Maak eerst de balsamicostroop door wat balsamicoazijn in te koken in een klein pannetje. Als je iets overhoud kun je dit prima bewaren, balsamicostroop is over veel gerechten een topper!
Rooster in een droge koekenpan de sesamzaadjes en pompoenpitten. Voeg eerst de pompoenpitten toe, die zijn groter en hebben net iets langer de tijd nodig om mooi te roosteren. Blijf erbij, ze verbranden snel!
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Leg de sjalotten en knoflooktenen in hun schil in een bakje water.
Schil de asperges en snijd de houterige onderkantjes en de koppen eraf. Leg de koppen apart, die gaan we straks grillen. De kontjes en de schillen niet weggooien maar fijnsnijden. Zet ook weg.
Smeer de asperges in met wat olijfolie en leg op een met aluminiumfolie bedekte bakplaat. Leg ook de sjalotten en de knoflook op de bakplaat en dek deze half af met het aluminiumfolie. Zet in het midden van de oven en laat ongeveer een uurtje poffen tot de asperges, sjalotten en knoflook mooi zacht zijn.
Zet intussen een pannetje met een scheutje olie op middelhoog vuur. Bak daarin de fijngehakte schillen en kontjes van de asperges.
Ontdoe de sjalotten en knoflook van hun jasje en doe in de pan samen met de gepofte asperges. Laat even bakken en blus dan af met de witte wijn. Laat deze inkoken.
Voeg dan de bouillon toe en laat het geheel nog even pruttelen.
Verwarm intussen de grill en rooster de koppen van de asperges tot ze een mooi grillstreepje hebben.
Doe alles in een blender en maal fijn. Zet intussen de zeef met pannetje klaar. Giet de soep in de zeef en roer met de bolle kant van een lepel de soep door de zeef.
Warm eventueel nog even op. Serveer in kommen en garneer af met de aspergekoppen, gerookte olijfolie, balsamicostroop en geroosterde sesamzaadjes en pompoenpitten.