Weeg/meet de bloem, melk (of yoghurt), het water en de gist zorgvuldig af.
Doe de gist bij het lauwe water en laat 5 tot 10 minuutjes staan.
Smelt de boter en zet even weg.
Splits het eitje. De dooier mag bij de bloem, het eiwit kloppen we straks luchtig.
Voeg het water en de melk toe aan de bloem en roer met een garde goed door tot er geen klontjes meer inzitten. Voeg dan ook de boter toe en meng nog eens door.
Klop het eiwit luchtig en spatel deze samen met een snufje zout voorzichtig door het mengsel. Het moet vermengd zijn maar probeer zoveel mogelijk luchtigheid te behouden.
Dek de kom af en zet weg op een warme en tochtvrije plaats om te rusten, zo'n 20 tot 25 minuten.
Verwarm het wafelijzer op de hoogste stand goed voor. Lepel wat beslag op de platen, sluit direct en wacht tot de meeste stoom is verdwenen en de wafel uit zichzelf goed loslaat.
Serveer warm. Traditioneel met poedersuiker, slagroom, warme kersen of ander fruit. Maar deze wafels zijn lekker met elke topping die jij kan verzinnen :-D Smakelijk!